Beheer in het Wormer- en Jisperveld
Om van het Wormer- en Jisperveld de ideale leefomgeving te maken voor de weidevogels is het belangrijk om de graslanden in het veenweidegebied te verbeteren. Weidevogels zijn kieskeurige beestjes en niet alle graslanden voldoen aan hun eisen.
Van de strakke, éénkleurig-groene (turbo)graslanden moeten zij niks hebben. Hun voorkeur gaat uit naar natuurgraslanden met een grote variatie in kruiden en grassen, een zachte bodem, veel insecten en weinig verstoring. Momenteel voldoen niet alle graslanden in het Wormer- en Jisperveld aan de eisen van de weidevogel. Natuurmonumenten, lokale boeren en vrijwilligers proberen door speciaal natuurbeheer voor weidevogels de ideale leefomgeving te creëren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het bemesten, op de juiste momenten maaien en het regelen van de waterhuishouding van de graslanden.
Bemesten van natuurgraslanden
Eén van de oorzaken van de achteruitgang van de weide…
Van de strakke, éénkleurig-groene (turbo)graslanden moeten zij niks hebben. Hun voorkeur gaat uit naar natuurgraslanden met een grote variatie in kruiden en grassen, een zachte bodem, veel insecten en weinig verstoring. Momenteel voldoen niet alle graslanden in het Wormer- en Jisperveld aan de eisen van de weidevogel. Natuurmonumenten, lokale boeren en vrijwilligers proberen door speciaal natuurbeheer voor weidevogels de ideale leefomgeving te creëren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het bemesten, op de juiste momenten maaien en het regelen van de waterhuishouding van de graslanden.
Bemesten van natuurgraslanden
Eén van de oorzaken van de achteruitgang van de weidevogelstand is het milieubeleid uit de jaren ’90. Door dit beleid werden boeren verplicht om de mest zoveel mogelijk ondergronds te injecteren. Deze manier van verspreiding van mest zorgt onder andere voor turbograslanden. Dit zijn juist de graslanden waar de weidevogel niks van moet hebben. Daarnaast is het injecteren van mest ook slecht voor het bodemleven en daarmee voor de voedselvoorziening van weidevogels als de grutto, kievit en tureluur.
Ruige mest (mest met stro) levert voor kleine weidevogels, die van insecten, wormen en larven leven, betere leefomstandigheden. Voor het Wormer- en Jisperveld produceert Natuurmonumenten deze ruige mest in de potstal. Meer weten over de potstal van Natuurmonumenten? Ga dan naar ‘Potstal Natuurmonumenten’.
Vlak voordat de weidevogels aankomen in het Wormer- en Jisperveld wordt de ruige mest uitgereden (van februari tot begin maart) over de natuurgraslanden. Deze mest trekt veel insecten aan die als voedsel dienen voor de weidevogels, maar draagt ook bij aan het verrijken van het kruidenrijke gras en het bodemleven. Perfect voor de ideale leefomgeving voor de weidevogel!
Maaien van natuurgraslanden
Natuurgraslanden worden ongeveer 1 à 2 keer per jaar (na het broedseizoen) gemaaid terwijl turbograslanden veel vaker en eerder worden gemaaid. In het voorjaar is hierdoor het verschil tussen natuurgraslanden en turbograslanden goed zichtbaar. Turbograslanden zijn namelijk vaak eentonig; ‘gewoon’ groen gras, gemaaid op één hoogte. Natuurgraslanden zijn daarentegen veel gevarieerder; meerkleurig, verschillende hoogtes planten en bloemen, met veel insecten en vogels. Kun jij deze graslanden van elkaar onderscheiden?
Het maaien van de natuurgraslanden, of juist het zo min mogelijk maaien van de graslanden, is op verschillende manieren belangrijk voor weidevogels. Jonge weidevogels, die net uit het ei komen, hebben hierdoor bijvoorbeeld de tijd om op te groeien en vlieg-vlug te worden. Verder checkt men, voordat er gemaaid wordt, of er geen weidevogels meer aan het broeden zijn en wordt er zodanig gemaaid dat (weide)vogels die rondlopen tijd hebben om weg te lopen of vliegen. Daarnaast zorgt het weinige maaien ervoor dat gras, kruiden en bloemen langer kunnen bloeien en zaad kunnen zetten, waardoor het weiland nog natuurlijker wordt.
Waterhuishouding rond natuurgraslanden
De waterhuishouding van de natuurgraslanden is één van de grootste uitdagingen in het Wormer- en Jisperveld. Om de ideale leefomgeving voor weidevogels te creëren mogen de natuurgraslanden niet te droog, maar ook niet te nat zijn. Door binnen de percelen het waterpeil nauwkeurig te regelen wordt er onder andere voor gezorgd dat de diertjes, die voedsel zijn voor (weide)vogels, aan het oppervlak van de zachte grond zitten. Hierdoor kunnen zij deze gemakkelijk met hun snavel uit de grond pikken. Verder groeit en bloeit er op percelen met het juist waterpeil veel meer, wat weer meer insecten voor de weidevogels en meer schuilplekken voor de kuikens betekent.
Om in de toekomst de waterhuishouding op meer percelen in het Wormer- en Jisperveld te verbeteren, gaat Natuurmonumenten diverse aanpassingen doorvoeren. Hierdoor kan in de toekomst in droge tijden automatisch water worden ingelaten, waardoor ook deze graslanden geschikter en kruidenrijker worden voor weidevogels.
De houten en stalen weidemolentjes, die je hier en daar in het landschap ziet staan, spelen een belangrijke rol in de waterhuishouding van het Wormer- en Jisperveld. Meer weten over de weidemolentjes? Ga dan naar ‘Weidemolens in het Wormer- en Jisperveld’.