Buitengewoon Oostzaan
Benieuwd wat Oostzaan zo bijzonder maakt? Fiets dan deze bijzondere audiotour. Je fietst onder andere langs het unieke veenweidegebied van het Oostzanerveld en recreatiegebied Het Twiske.
Het Oostzanerveld is een eeuwenoud gebied dat door zijn unieke kavelstructuur en zijn weidse openheid van grote betekenis is voor de geschiede…
Het Oostzanerveld is een eeuwenoud gebied dat door zijn unieke kavelstructuur en zijn weidse openheid van grote betekenis is voor de geschiedenis van de Zaanstreek. Daarnaast ligt het recreatiegebied Het Twiske, waar je wandelend, fietsend of varend kunt genieten van de rust en ruimte om je heen. Ook zul je meer te weten komen over de kleurrijke geschiedenis van Oostzaan, waarin vooral de opkomst en bloei van een aantal bijzondere industrieën een rol speelden. Zo verdienden veel Oostzaners ooit hun geld op de bleekvelden, in traankokerijen of in stijfselmakerijen. Daarnaast voeren ze ook uit voor de scheep- en walvisvaart, en was er zelfs een beruchte zeerover onder hen! Bovendien zul je een aantal bijzondere en succesvolle inwoners wat beter leren kennen, zoals bijvoorbeeld Albert Heijn of de schilder Jacob Cornelisz van Oostzanen. Kortom, beleef het zelf in deze tour van bijzonder Oostzaan!
Kijk hier voor de volledige route en routebeschrijving.
Dit ga je zien
Luister | Kaasmarkt
Purmerend is een bruisende stad met historisch centrum, gelegen aan de voormalige rivier de Where en midden tussen drie drooggelegde grote meren van Noord-Holland: het Purmermeer, Beemstermeer en Wormermeer.
Luister | Kaasmarkt
Purmerend is een bruisende stad met historisch centrum, gelegen aan de voormalige rivier de Where en midden tussen drie drooggelegde grote meren van Noord-Holland: het Purmermeer, Beemstermeer en Wormermeer.
Ook lag Purmerend op de kruising van oude handelsroutes tussen de handelsregios Amsterdam, Hoorn, Edam en Alkmaar. Deze strategische ligging zorgde ervoor dat Purmerend kon uitgroeien tot rijke handelsstad, met mooie gebouwen en veel economische activiteit. Dit kwam tot uiting in de vele markten die de stad rijk was, waar allerlei goederen uit de omgeving verhandeld werden van vis tot groente en vee. De markten staan centraal voor de bloei van de stad en vormen een rode draad door de geschiedenis van Purmerend.
Je loopt nu de Kaasmarkt op. Ruim vijfhonderd jaar geleden vond hier de eerste wekelijkse markt van Purmerend plaats. Eerst was de weekmarkt op zaterdag maar vanaf 1572 op dinsdag. De plek waar we nu staan, heette toen het Marktveld, een meer toepasselijke naam. Het plein was toen namelijk nog niet zo groot en ook niet afgebakend door huizen zoals vandaag de dag. Het was een open veld op de kruising van wegen. Een plek waar veel kopers en handelaars langskwamen. Dat maakte het de ideale locatie voor de eerste Purmerendse markt.
Op deze markt werden in eerste instantie allerlei goederen verhandeld koeien, graan, vis en ook kaas. Maar waarom dan de naam kaasmarkt? Deze naam kreeg het plein pas later, toen in de loop van de eeuwen de verschillende handelswaren hun eigen markt kregen, verspreid over de stad. Zoals de beestenmarkt, de lappenmarkt en de fruitmarkt. Alleen de kaas bleef men hier verkopen. Vandaar dat we deze plek nu kennen als de Kaasmarkt.
De hoogtijdagen van de markt waren van 1800 tot 1900. Toen werd hier in n jaar tijd wel vier miljoen kilo kaas verhandeld. Dat komt neer op ongeveer 4.800 grote, ronde kazen per marktdag. Daarmee had Purmerend, na Alkmaar, de grootste kaasmarkt van het land.
Doordat de kazen steeds vaker geproduceerd en verkocht werden bij melkfabrieken, liep de aanvoer steeds verder terug en werd de Kaasmarkt kort voor 1940 beindigd. Maar ondanks dat deze markt niet meer bestaat, heeft zijn succes bijgedragen aan de status van Purmerend als d markstad van Noord-Holland.
Wil je afbeeldingen van de kaasmarkt bekijken, kijk dan in het locatiemenu. Vervolg de route rechtsaf na de kerk en loop richting het Purmerends museum.
Luister | Blekerijen En Stijfselfabrieken
In de 16e en 17e eeuw kende Oostzaan een industriële bloeiperiode. Veel inwoners vonden werk in de over het gebied uitgespreide blekerijen en stijfselmakerijen. Op dit eerste punt in de tour vertellen we je graag wat meer over deze bijzondere beroepen.
Luister | Blekerijen En Stijfselfabrieken
In de 16e en 17e eeuw kende Oostzaan een industriële bloeiperiode. Veel inwoners vonden werk in de over het gebied uitgespreide blekerijen en stijfselmakerijen. Op dit eerste punt in de tour vertellen we je graag wat meer over deze bijzondere beroepen.
In de blekerijen werd er aan het witte wasgoed vanuit de weide omtrek weer een heldere en frisse kleur gegeven. Na het wassen, het spoelen en een speciale behandeling met loog, werd het wasgoed op de omringende bleekvelden uitgespreid om in de zon te 'bleken'. Zie je de velden vol met wasgoed al voor je liggen? Dan volgde er nog een melkbad én een wassing met blekerszeep, waarna het wasgoed uiteindelijk gedroogd werd in de schuren.
Tegenwoordig is het moeilijk voor te stellen zoveel handelingen te verrichten om de was te doen! In de stijfselmakerijen werden sommige stukken vervolgens ook nog eens met stijfsel bewerkt. Door de textiel in stijfsel te spoelen kwam er een doorzichtig laagje op. Dit laagje zorgde ervoor dat de stof minder snel sleet of vies werd, en ook beschermde het de kleur.
De stijfselmakerijen kon men vinden langs riviertjes waar het water goed stroomde en helder was. Dit was nodig voor het wassen van de stijfsel. Het stijfsel zelf werd van tarwe gemaakt. Bij dit proces bleef een eiwitrijk water over, dat als voedsel werd gebruikt in de varkens en pluimveemesterijen. Want ook daarvan waren er veel te vinden in Oostzaan. Een laatste unieke industrie vormden de traankokerijen, waarover we je bij het volgende punt meer zullen vertellen.
Luister | Traankokerijen
Je fietst zometeen door recreatiegebied 't Twiske, waarvan een groot deel tot de gemeente Oostzaan behoort. In de 17e en de 18e eeuw diende de rivier de Twiske, waaraan het gebied zijn naam te danken heeft, als aan- en afvoerroute voor de traankokerijen ten zuiden van het dorp.
Luister | Traankokerijen
Je fietst zometeen door recreatiegebied 't Twiske, waarvan een groot deel tot de gemeente Oostzaan behoort. In de 17e en de 18e eeuw diende de rivier de Twiske, waaraan het gebied zijn naam te danken heeft, als aan- en afvoerroute voor de traankokerijen ten zuiden van het dorp.
Veel Oostzaanse schippers verdienden namelijk hun brood met de vangst van walvissen bij Spitsbergen en de Noordkaap. Eenmaal teruggekeerd in Oostzaan werd het destijds zeer populaire walvistraan in de traankokerijen verwerkt. Hiervoor werd het vetweefsel van de gevangen baleinwalvissen onder druk uitgekookt. Vanwege de stank die dat met zich meebracht stonden de kokerijen in het open veld, zo ver mogelijk van de dorpskern verwijderd.
Traan werd voor veel dingen gebruikt. Als lampenolie en smeermiddel en ook bij het maken van zeep en kaarsen. Een belangrijk spulletje dus! Dat belang nam pas af met de opkomst van patentolie en gasverlichting. Bovendien waren er ook steeds minder walvissen over. Na de Tweede Wereldoorlog was er echter een tijdelijke heropleving van de walvisvangst vanuit het Zaangebied. Dit kwam door het grote tekort aan voedingsvetten in ons land. Toen de veestapel weer op peil was en de vangsten opnieuw steeds kleiner werden door overbevissing, kwam hier in de jaren 60 een einde aan. Wil je weten wat er zoal aan producten van de walvis verkocht werd in deze tijd? Speel dan de quiz in het menu.
Bij het volgende punt zullen we je meer vertellen over het ontstaan van de huidige inrichting van recreatiegebied 't Twiske.
Luister | Twiskemolen en ontstaan Twiske
Je staat nu bij de Twiskemolen. Dit is een oudhollandse windwatermolen, die echter pas sinds 1974 op deze plek staat. Hoe dat zo komt zullen we je uitleggen.
Luister | Twiskemolen en ontstaan Twiske
Je staat nu bij de Twiskemolen. Dit is een oudhollandse windwatermolen, die echter pas sinds 1974 op deze plek staat. Hoe dat zo komt zullen we je uitleggen.
Al in de 19e eeuw waren er plannen om De Veen of De Venen, zoals het gebied ook wel wordt aangeduid, in te polderen. Uiteindelijk kwam de opdracht er in het kader van de werkverschaffing in de jaren 30 van de 20ste eeuw doorheen, en begon men met het droogmaken en ontginnen. Helaas bleek het inpolderen een fiasco. De grond was te zout voor de tuinbouw, en ook een proef voor landbouw mislukte.
Toen er in de jaren 60 veel zand nodig was voor de aanleg van de Coentunnel, werd er in het Twiske een diepe zandplas uitgebaggerd. Zo ontstond de huidige Stootersplas, en daarmee ook het idee voor het Twiske als recreatiegebied. Vanuit Amsterdam was daar veel vraag naar. Maar omdat men In de jaren vijftig alweer was gestopt met het bemalen, moest de structuur eerst hersteld worden.
Het hulpgemaal, dat nog uit de jaren veertig stamde, was niet langer geschikt hiervoor, en zo kwam men op het idee voor de molen. Er is een elektrische hulpaandrijving geplaatst om ervoor te zorgen dat de molen ook zijn werk kan doen als er geen wind is.
Zowel langs het Twiske als in Oostzaan zelf zijn er door de eeuwen heen dijken aangelegd om het gebied te beschermen tegen hoog water. Het wapen van Oostzaan zou hier aan herinneren, maar daarover meer op het volgende punt.
Luister | (Wapen van) Oostzaan
Je bent nu in het dorp aangekomen. Door de eeuwen heen zijn er dijken aangelegd om Oostzaan en haar bewoners te beschermen tegen hoog water. Helaas werd het gebied desondanks door de eeuwen heen meerdere malen getroffen door een watersnoodramp. De laatste daarvan was in 1916.
Luister | (Wapen van) Oostzaan
Je bent nu in het dorp aangekomen. Door de eeuwen heen zijn er dijken aangelegd om Oostzaan en haar bewoners te beschermen tegen hoog water. Helaas werd het gebied desondanks door de eeuwen heen meerdere malen getroffen door een watersnoodramp. De laatste daarvan was in 1916.
De drie brokstukken in het wapen van Oostzaan zouden mogelijk een verwijzing zijn naar de zoden van de dijk. Als een boer een stuk land had dat grensde aan een dijk, was het zijn plicht om dat stuk dijk te onderhouden. Wanneer hij dat niet deed, omdat hij geen geld had, dan trad het zogenaamde Spade- of vorkesteken recht in werking. Dit hield in dat de boer zijn land moest overdragen aan de graaf van het gebied, of dat het verkocht werd aan iemand die de dijk wel kon onderhouden. De boer verklaarde onder ede dat hij niet meer tot het verplichte onderhoud in staat was.
Vervolgens stak hij plechtig zijn mestvork in de dijk, waarna hij de vork met drie zoden omhoog hield. Die zoden zouden de drie groene brokken aan de tanden van de greep in het wapen van Oostzaan zijn. Op het volgende punt in de route kunt u zelf het wapen bewonderen aan de voorgevel van het gemeentehuis.
Luister | Eerste winkel van Albert Heijn
Als je hier even van de fiets afstapt, kunt u het wapen van Oostzaan aan de gevel van het gemeentehuis goed bekijken. Het staat ook op de gevel van het oude gemeentehuis op nummer 14, iets verderop. Hier aan de overkant, op de hoek, heeft de allereerste winkel van Albert Heijn gestaan.
Luister | Eerste winkel van Albert Heijn
Als je hier even van de fiets afstapt, kunt u het wapen van Oostzaan aan de gevel van het gemeentehuis goed bekijken. Het staat ook op de gevel van het oude gemeentehuis op nummer 14, iets verderop. Hier aan de overkant, op de hoek, heeft de allereerste winkel van Albert Heijn gestaan.
In 1887 nam de jonge Albert de kruidenierswinkel van zijn vader Jan over. Hij besloot daarbij om de winkel anders in te richten en om er meer producten te gaan verkopen. "Arm en rijk moeten bij mij hun boodschappen kunnen doen!" was zijn motto. Dat dat een goed idee was, bleek uit het feit dat hij na acht jaar een tweede filiaal kon openen in Purmerend.
Ook begon hij als eerste kruidenier van het land artikelen zelf te produceren, zoals koekjes en koffie. Dit werd opnieuw een groot succes. Een laatste gouden greep was om ook artikelen van anderen onder de eigen naam te gaan verkopen. Zo groeide de winkelketen verder en kwam deze telkens weer met een nog groter aanbod aan producten en service.
Helaas overleed Albert in 1945 op 80- jarige leeftijd, waardoor hij de beursgang van zijn bedrijf niet meer meemaakte. Op het volgende punt van de route vertellen we je over een andere bekende en succesvolle inwoner van Oostzaan, die hier nu nog steeds woont. De hedendaagse ontwerper Piet Boon.
Als je een oud reclamefilmpje van de Alber Heijn wilt zien. Bekijk dan de video in het menuscherm. En wil je weten welke familienamen nog meer typisch Oostzaans zijn? Speel dan de quiz in het menuscherm.
Maar misschien wil je eerst wel even een drankje doen op het terras. We zijn nu ongeveer op de helft van de fietstocht.
Luister | Piet Boon
Je staat nu op het kruispunt van de stationsstraat en de Haal. We fietsen zometeen rechtdoor, maar als je van architectuur houdt is het zeker de moeite waard om hier even een kleine uitstap te maken.
Luister | Piet Boon
Je staat nu op het kruispunt van de stationsstraat en de Haal. We fietsen zometeen rechtdoor, maar als je van architectuur houdt is het zeker de moeite waard om hier even een kleine uitstap te maken.
Op nummer 57 van de Haal, aan jouw linkerhand, staat een huis dat ontworpen is door Piet Boon. Als je rechtsaf gaat, kom je langs zijn eigen huis aan de rechterkant van de weg.
Piet Boon is een zeer bekende hedendaagse ontwerper uit Oostzaan. Samen met zijn vrouw Karin runt hij hier een internationale en gerenommeerde ontwerpstudio. In zijn portfolio is van alles te vinden. Van luxe privéhuizen tot hotels en resorts, en villa's aan het strand van Bonaire. En wat denkt u van het Booneiland? Dat is een drijvend design-dorp op het open water in de Noorderplassen bij Almere. Zijn stijl kan het beste omschreven worden als sobere chique.Tijdloze ontwerpen die opvallen door elegante detaillering en een heel duidelijk ambachtelijk karakter zoals hij het zelf omschrijft.
Wilt u meer weten over de creatieve industrie van Oostzaan bekijk dan de video in het menu.
Ook zijn meubellijn is populair en wordt in 46 landen verkocht onder de signatuur van Piet Boon, waarmee deze typisch Oostzaanse naam dus wereldwijd furore heeft gemaakt. Zijn inspiratie haalt hij onder andere uit de hem omringende natuur zoals het Oostzanerveld, waar je zometeen doorheen zult fietsen. Wil je weten welke familienamen nog meer typisch Oostzaans zijn? Speel dan de Quiz in het menuscherm.
Luister | Oostzanerveld en Vaarboeren
Je fietst nu door het Oostzanerveld. Dit is een zogenaamd veenweidegebied dat voornamelijk bestaat uit eilandjes en slootjes. Vroeger werden de eilandjes gebruikt als weidegrond voor het vee.
Luister | Oostzanerveld en Vaarboeren
Je fietst nu door het Oostzanerveld. Dit is een zogenaamd veenweidegebied dat voornamelijk bestaat uit eilandjes en slootjes. Vroeger werden de eilandjes gebruikt als weidegrond voor het vee.
De boer ging dan met de jol naar de koeien om ze te melken, of om ze te verplaatsen tussen de eilandjes. Daarom werden deze boeren vaarboeren genoemd. Er zijn nog steeds een klein aantal van hen actief, maar dat zal niet lang meer duren. Het is tegenwoordig namelijk niet meer rendabel genoeg.
Dat is jammer want het veenweidegebied is een uniek en erg bijzonder landschap. Je kunt hier ook zeldzame weidevogels vinden zoals bijvoorbeeld de roerdomp en de tureluur. Maar het land moet wel onderhouden worden. De plantengroei in de sloten moet bijvoorbeeld regelmatig worden verwijderd om te voorkomen dat de sloten dichtgroeien.
Omdat er nu nog maar zo weinig boeren zijn, zou het veld al snel verruigen. Laag Holland heeft daarom samen met de boeren en een aantal instanties een plan opgesteld om het veld te behouden. Hiermee wordt ervoor gezorgd dat het in de toekomst ook zo blijft en dat er geen woningen of bedrijfsterreinen worden gevestigd.
Wil je een vaarboer aan het werk zien, bekijk dan de video in het menuscherm. Een beruchte inwoner van Oostzaan die ook veel van varen hield is Claes Compaen. Maar hij verdiende zijn geld op een hele andere manier. Op het volgende punt vertellen wij je meer!
Luister | Claes Compaen
Naast de eerder al genoemde walvisvaart waren er in de Gouden Eeuw meer manieren om op zee je geld te verdienen. Met handel bijvoorbeeld.
Luister | Claes Compaen
Naast de eerder al genoemde walvisvaart waren er in de Gouden Eeuw meer manieren om op zee je geld te verdienen. Met handel bijvoorbeeld.
Maar de meest lucratieve manier was de kaapvaart. Met een kaperbrief aan boord, die door de overheid werd uitgeschreven, had een schip het recht om vijandige schepen aan te vallen en leeg te roven. Gelegitimeerde piraterij onder het mom van economische oorlogsvoering.
In de praktijk ging het grote geld naar de hoge bazen en hield de bemanning niet veel over. Claes Compaen was het daar niet mee eens. Hij kocht een schip met 17 kanonnen en plaats voor 80 man, de Walte genaamd. En in plaats van alles zelf te houden, verdeelde hij de buit gewoon onder de bemanning. Het waren eerst vooral Spaanse schepen die Compaen buit maakte maar later beroofde hij ook schepen uit andere landen en zelfs Nederlandse. Zo roofde hij zich in vier jaar tijd schatrijk, want er was niemand die tegen zijn trouwe bemanning op kon.
Na die vier jaar wilde hij wel weer eens naar zijn vrouw en kinderen in Oostzaan. Maar omdat hij ook Nederlanders beroofd had zou hij meteen opgepakt worden. Toch werd hem een pardon verleend door de Staten- Generaal, als hij zou beloven om nooit meer te roven. Die waren namelijk al lang blij als hij zou ophouden. Nadat hij dit had gedaan woonde hij rustig tot aan zijn dood in Oostzaan.
De legende bestaat dat Claes Compaen ergens in Oostzaan zijn immense hoeveelheid buit gemaakte geld heeft begraven. Vandaag de dag zijn er nog steeds mensen op zoek naar deze schat. Op het volgende punt in deze route vertellen wij je over een beroemde inwoner die wel uit Oostzaan is weggetrokken.
Luister | Jacob Cornelisz Van Oostsanen
Op het laatste punt van de route gaan we nog even terug in de tijd voor een beroemde Oostzaner. Omstreeks 1470 werd de schilder en houtsnijder Jacob Cornelisz van Oostsanen geboren. Omdat hij in zijn latere leven naar Amsterdam verhuisde, wordt hij ook wel Jacob Cornelisz van Amsterdam genoemd.
Luister | Jacob Cornelisz Van Oostsanen
Op het laatste punt van de route gaan we nog even terug in de tijd voor een beroemde Oostzaner. Omstreeks 1470 werd de schilder en houtsnijder Jacob Cornelisz van Oostsanen geboren. Omdat hij in zijn latere leven naar Amsterdam verhuisde, wordt hij ook wel Jacob Cornelisz van Amsterdam genoemd.
Er zijn zo'n 40 schilderijen bekend die van hem afkomstig zouden zijn. We weten ook hoe hij eruit zag aangezien hij als eerste Nederlandse kunstenaar een zelfportret heeft gemaakt. Dit deed hij in 1533, het jaar dat hij overleed. Ook was hij de eerste Nederlandse schilder die een havengezicht maakte, als de achtergrondscène van De geboorte van Christus in Napels.
Zijn vroege werk staat nog in het teken van de gotiek, maar na 1524 maakt hij een ommezwaai naar de renaissance en is zijn werk steeds meer in deze stijl te plaatsen. Hij staat dan ook vooral bekend als een schilder die deze overgang van de gotiek naar de renaissance vertegenwoordigt.
In het Rijksmuseum zijn er maar liefst 126 werken van hem terug te vinden in de collectie, waaronder vier zeer bekende schilderijen. De rest van het werk bestaat uit houtsnedes. Doordat hij zoveel moois heeft achtergelaten was Jacob misschien wel de meest bijzondere inwoner van bijzonder Oostzaan. Wij sluiten daarom ook graag deze tour met hem af. Het laatste stuk van deze tour brengt je weer terug bij het startpunt in Purmerend.