De toekomst van lisdodde
De inzet van lisodde lijkt wel oneindig. De voorbeelden die hierboven beschreven worden geven nog niet eens het hele plaatje. Je zou dus denken dat het telen van lisdodde voor elke boer aantrekkelijk zou moeten zijn.
Helaas zijn er nog een aantal obstakels voordat de lisdoddeteelt rendabel word. Zo vinden ganzen in het gebied het plantje nét iets te lekker. De jonge scheuten die geplant worden, worden net zo snel weer opgepeuzeld. In de Burkmeer zijn er verschillende proeven gedaan om deze ganzen af te schrikken, zoals met lasers en linten. Ook kunnen de lisdoddestekken geplant worden als de omringende weilanden net gemaaid zijn, dat vinden de ganzen net iets lekkerder dan de jonge lisdodde.
Ook zijn er nog problemen in de bevoorradingsketen; afnemers w…
Helaas zijn er nog een aantal obstakels voordat de lisdoddeteelt rendabel word. Zo vinden ganzen in het gebied het plantje nét iets te lekker. De jonge scheuten die geplant worden, worden net zo snel weer opgepeuzeld. In de Burkmeer zijn er verschillende proeven gedaan om deze ganzen af te schrikken, zoals met lasers en linten. Ook kunnen de lisdoddestekken geplant worden als de omringende weilanden net gemaaid zijn, dat vinden de ganzen net iets lekkerder dan de jonge lisdodde.
Ook zijn er nog problemen in de bevoorradingsketen; afnemers willen vaak pas een overeenkomst aangaan als een stabiele levering gegarandeerd kan worden, terwijl boeren pas willen beginnen met lisdodde telen als de afname consistent is. Een kip-en-ei verhaal dus. Ook werd de teelt van lisdodde tot voor kort door de EU nog niet erkend. Er was geen gewascode voor de plant, waardoor een subsidieaanvraag voor de boer onmogelijk werd. Hiermee zou de boer niet alleen een basissubsidie mislopen, maar ook aanvullende budgetten voor bijvoorbeeld natuurvriendelijke landbouw.
Lisdoddeboer Aldert van Weeren zet zich al jaren in voor dit toekomstbestendige gewas. Zo heeft hij ervoor gezorgd dat Lisdoddeteelt en andere paludicultuur een gelijke behandeling mogen verwachten binnen agrarische wetgeving en dat boeren die natte gewassen telen ook aanspraak kunnen maken op de gebruikelijke subsidies. De volgende stap is zorgen dat het telen van Lisdodden zó aantrekkelijk wordt, dat de Nederlandse boer het niet meer links kan laten liggen. Want zeg nou eerlijk, zo’n wondergewas kunnen we toch niet aan ons voorbij laten gaan?