Beuk | Fagus sylvatica
Rechts van het voormalige schoolgebouw staat een gigantische beuk met een stamomtrek van maar liefst 3,5 meter.
Beuken zijn inheems in Nederland en behoren tot de zogenaamde napjesdragersfamilie: de vrucht wordt beschermd door een napje. Beuken willen overigens niet overal groeien. De boom komt voor in het eindstadium van de bosontwikkeling. De bodem moet vochthoudend zijn en goed doorlatend. Ook moet de grondwaterstand niet te hoog zijn, maar ook weer niet te droog. De beuk leeft in symbiose met een schimmel. Dat betekent dat de boom zonder de schimmel maar moeilijk groeit. Beuken kunnen forse bomen worden, in bossen is 35 meter geen uitzondering! Door het zure blad en de dichte kroon wil er onder een beuk weinig groeien. Beukenbossen zijn dus erg open.