Bruine Beuk | Fagus sylvatica 'Atropunicea'

Er zijn meerdere soorten beuken, maar deze bruine beuk komt alleen voor in Europa. Beuken behoren tot de zogenaamde napjesdragersfamilie: de vrucht wordt beschermd door een napje. Beuken willen overigens niet overal groeien. De boom komt voor in het eindstadium van de bosontwikkeling. De bodem moet vochthoudend zijn en goed doorlatend. Ook moet de grondwaterstand niet te hoog zijn, maar ook weer niet te droog. De beuk leeft in symbiose met een schimmel. Dit betekent dat de boom zonder de schimmel moeilijk kan groeien. Maar als ze dan groeien kunnen het forse bomen worden! In bossen is 35 meter geen uitzondering. Als solitair worden ze ook nog eens erg breed. Door het zure blad en de dichte kroon wil er onder een beuk weinig groeien. Beukenbossen zijn dus erg open. Roodbladige beuken zijn erg in trek in grote tuinen en landgoederen en op bijzondere plaatsen in parken. Wist je dat er ook zuilbeuken bestaan? Gele, groene én rode? De naam zegt het al. Deze beuken zijn zuilvormig en hebben een opgaande groeiwijze. Daarom zijn ze ook geschikt voor een wat kleinere tuin.