Luister | Zeepziederij en vishandel
Zie je het herenhuis rechts van je op nummer 21? Dat is De Bruinvis, het voormalige woonhuis van de eigenaren van de zeepziederij.
Je zult het misschien niet zeggen, maar ook het maken van zeep heeft te maken met het leven aan het water. Want om zeep te maken, had de zeepzieder vet nodig, zoals visolie of walvistraan.
Doe een paar stappen naar achteren en kijk eens naar boven. Helemaal bovenin de gevel van De Bruinvis zie j…
Je zult het misschien niet zeggen, maar ook het maken van zeep heeft te maken met het leven aan het water. Want om zeep te maken, had de zeepzieder vet nodig, zoals visolie of walvistraan.
Doe een paar stappen naar achteren en kijk eens naar boven. Helemaal bovenin de gevel van De Bruinvis zie je twee tonnetjes die herinneren aan dit oude ambacht van zeepzieder. In de tonnetjes staan de letters W en S dat staat voor Winterzeep en Somerzeep. Het verschil tussen deze soorten is dat Somerzeep is twee delen hennepolie en een deel raapolie bevatte en Winterzeep andersom. Zoals de namen al aangeven werd de ene variant van Sint Maarten, op 11 november, tot Vastenavond, zes weken voor Pasen, gebruikt. En de Somerzeep tijdens de andere, zomerse helft van het jaar. De zeepzieders bewaarden hun zeep in tonnetjes, waarop ze de letters W en S brandden om de twee soorten zeep uit elkaar te houden.
Wat ook opvalt in de gevel, is de afbeelding van een Bruinvis. Deze dolfijnachtige vis leefde vroeger in de Zuiderzee. Aan deze afbeelding dankt het herenhuis zijn naam. De bruinvis verwijst naar de twee families die vroeger in het pand woonden: de families Bruyn en Visscher.
Als je nu kijkt naar de linkerkant van de straat zie je een oude winkel liggen: De Bonte Os. Hier was vroeger een ambachtsman gevestigd, namelijk de slager. Hij verkocht zijn vleeswaar door het uit te stallen voor zijn winkel. Niet in een aparte stal, maar op de raamluiken die hij naar beneden klapte. Wanneer de koeslager afsloot, klapte hij de luiken voor de ramen dicht ter bescherming. En dat heeft geholpen. Want het huis heeft nu nog steeds zijn originele winkelpui van 400 jaar oud. Behalve de luiken, stamt ook het fraaie houten raamskelet uit de 17e eeuw.
Kijk eens boven de winkelpui. Hier zie je een gevelsteen met de afbeelding van een koe. Deze verwijst naar het oude ambacht van koeslager dat hier werd bedreven. De grootscheepse handel in vlees vond vaak plaats in een andere stad in de regio, namelijk in Purmerend. Deze handelsstad stond bekend om zijn vele markten, zoals zijn grote veemarkt. Wil je meer daarover weten, loop dan de I-Tour Purmerend. Deze heeft als thema markten. Vervolg de route rechtdoor.