Eenden
De wilde eend kennen we allemaal uit sloten, parken en plassen bij jou in de buurt. Maar in Nederland leven nog veel meer bijzondere eendensoorten.
Sommige eenden, zoals de kuifeend of de wintertaling, worden zelfs gezien als primaire weidevogels omdat ze voornamelijk op grasland broeden. Vind jij ze allemaal tijdens je fietstocht?
Kuifeend
Als je deze eendensoort ziet snap je de naam gelijk! Deze vogels hebben een karakteristieke kuif op hun achterhoof…
Sommige eenden, zoals de kuifeend of de wintertaling, worden zelfs gezien als primaire weidevogels omdat ze voornamelijk op grasland broeden. Vind jij ze allemaal tijdens je fietstocht?
Kuifeend
Als je deze eendensoort ziet snap je de naam gelijk! Deze vogels hebben een karakteristieke kuif op hun achterhoofd. De kuif van de bruinkleurige vrouwtjes is korter dan die van de zwart-witte mannetjes. Ook opvallend zijn de felgele ogen van deze eenden. Als ze hun vleugels uitstrekken zie je de witte baan die over de slagpennen loopt. Deze eenden zijn ook te herkennen aan hun geluid: Mannetjes maken tijdens het baltsen hoge fluitende, gorgelende en trillende geluiden. De vrouwtjes maken een laag "raah-raah". De kuifeenden die je in Nederland in de winter vind zijn komen overvliegen uit Centraal- en Noord-Europa. De kuifeenden die wel naar warmere oorden trekken, vertrekken rond september en keren rond april weer terug.
Krakeend
De krakeend lijkt al meer op de eend die we kennen uit steden, parken en sloten. Dat is ook niet zo gek, want de krakeend is nauw verwant aan deze wilde eend. Vooral de vrouwtjes lijken sterk op de wilde eendenvrouwtjes. Toch zijn er wel een aantal punten om ze te onderscheiden: de witte spiegel, de witte buik en de oranje snavel. De mannetjes hebben een bruine kop en een zwart achterlijf met een lichtbruine staartpunt, verder zijn ze grijs met een fijne tekening. De schouderveren zijn opvallend lang en hij heeft een grijszwarte snavel. Mannetjes krakeenden maken tijdens de balts hoge fiep-geluidjes, afgewisseld met een droog "è". De vrouwtjes maken snaterende geluiden. In de winter trekken krakeenden naar het zuiden.
Slobeend
De Slobeend zul je misschien niet snel tegenkomen in Waterland. Sinds de jaren zestig zijn de aantallen flink afgenomen, ernstig genoeg om op de rode lijst van broedvogels te belanden. Maar ze zijn er nog wel, en als je ze spot zijn ze prachtig om te zien! De mannetjes hebben een felgroene kop, witte borst en een kastanjebruine buik en flanken. Als je ze ziet vliegen kun je misschien wel de lichtblauwe binnenkant van de voorvleugel zien. Ook kenmerkend is de brede, platte, spatelvormige snavel waarmee de Slobeend efficiënt kroos en waterdiertjes slobbert. Mannelijke slobeenden maken een vreemd, laag keelgeluid, maar de vrouwtjes hebben een kenmerkende dubbele kwaak. De slobeend arriveert vanaf maart in Nederland en vertrekt weer tussen september en oktober.
Zomertaling
Ook de zomertaling is een kwetsbare soort in Nederland. De aantallen zijn sinds de jaren vijftig met wel 90% afgenomen. Daarmee staat de zomertaling op de rode lijst van bedreigde vogelsoorten. De mannetjes hebben een paarsbruine kop met een opvallende witte boog die van hun oog over hun hals loopt. De borst is bruin met een bijzonder patroon, de flanken zijn fijn grijs gebandeerd en de schouderveren zijn zwart-wit met een beetje blauw. Het mannetje heeft een kenmerkende droge, korte, krakende roep, een beetje kikkerachtig. Vrouwtje heeft een hoge kwaak. De zomertaling is tussen maart/april en juli te vinden in Nederland.